Jaarlijkse vennootschapsbijdrage: dit moet je weten

Vennootschappen moeten in de regel een jaarlijkse vennootschapsbijdrage betalen. Hoeveel die bedraagt, hangt af van het balanstotaal van je vennootschap.

Sommige vennootschappen hebben recht op een vrijstelling van vennootschapsbijdrage. 

 

vennootschapsbijdrage

Wat is de jaarlijkse vennootschapsbijdrage?

De jaarlijkse vennootschapsbijdrage is een verplichte bijdrage waarmee je zelf geen rechten opbouwt. De bijdrage dient om bijvoorbeeld de pensioenen of uitkeringen in het kader van de ziekteverzekering (moederschapsrust, arbeidsongeschiktheid …) van alle zelfstandigen te financieren.

Wie moet de jaarlijkse vennootschapsbijdrage betalen?

Als je vennootschap onderworpen is aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan de belasting van niet-verblijfhouders (buitenlandse vennootschappen die zich in België vestigen), moet je ze aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en is zij in principe een bijdrage verschuldigd.

Goed om weten: als mandataris of werkend vennoot van een vennootschap ben je mee verantwoordelijk voor de betaling van deze vennootschapsbijdrage. Dit betekent dat als de vennootschap deze bijdrage niet betaalt, het sociaal verzekeringsfonds jou hiervoor persoonlijk kan aanspreken.

Hoeveel bedraagt de vennootschapsbijdrage?

Een startende vennootschap betaalt de eerste twee jaren van onderwerping een vennootschapsbijdrage van 387,34  euro (bedrag 2024). Nadien hangt het bedrag van de bijdrage af van het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar (situatie op 1 januari van het bijdragejaar).

Bijdrage

Balanstotaal Bijdrage
Lager dan of gelijk aan  831.990,83 euro 387,34 euro
Hoger dan 831.990,83 euro 967,52 euro

Wanneer moet de vennootschapsbijdrage betaald zijn?

Vanaf 2023 moet de vennootschapsbijdrage uiterlijk op 31 december van het bijdragejaar betaald zijn. Voor nieuwe vennootschappen, opgericht na 30 september van het bijdragejaar, geldt een andere betalingstermijn voor de eerste bijdrage. Zij moeten de eerste bijdrage uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand van de oprichting betaald hebben. 

Voorbeeld

Een vennootschap wordt opgericht op 15 oktober 2024. De vennootschapsbijdrage van 2024 moet ten laatste op 31 januari 2025 betaald zijn. De vennootschapsbijdrage van 2025 moet ten laatste op 31 december 2025 betaald zijn.

Bestaande vennootschappen en vennootschappen opgericht vóór 1 april van het bijdragejaar, moeten de bijdrage voor 30 juni betalen. Als je jouw vennootschap hebt opgericht na 31 maart, moet je de eerste bijdrage betalen uiterlijk op de laatste dag van de derde maand die volgt op de oprichting van de vennootschap. Bij laattijdige betaling wordt een maandelijkse wettelijke verhoging van 1% aangerekend. Voor de vennootschapsbijdrage van 2022 wordt de betaaldatum uitgesteld naar 31 december 2022.

Bij laattijdige betaling wordt een maandelijkse wettelijke verhoging van 1% van de onbetaald gebleven bijdrage aangerekend. 

Vrijstelling vennootschapsbijdrage: kan dat?

Ja, een vrijstelling van de vennootschapsbijdrage is mogelijk in de volgende gevallen:

  • Gedurende maximum de eerste drie jaar vanaf het jaar van oprichting is je startende vennootschap geen bijdrage verschuldigd als het om een personenvennootschap gaat (alle vennootschappen worden in deze context als personenvennootschappen beschouwd, met uitzondering van de naamloze vennootschap en de commanditaire vennootschap op aandelen) die ingeschreven staat in de KBO. Bovendien mogen alle mandatarissen en een meerderheid van de werkende vennoten niet meer dan 12 kwartalen zelfstandige geweest zijn  gedurende de 40 kwartalen voorafgaand aan de oprichting van de vennootschap.

Deze voorwaarden worden voor elk van de drie eerste bijdragejaren afzonderlijk beoordeeld.

Voorbeeld

Jean-Pierre heeft zijn besloten vennootschap op 5 mei 2023 opgericht. Hij is de enige bestuurder en er zijn geen werkende vennoten. Voorheen was hij geen zelfstandige. Voor 2023 kan zijn BV een vrijstelling genieten. In 2024 stapt ook Karel als bestuurder in de vennootschap. Hij is al zes jaar zelfstandige. Daardoor kan de BV voor 2024 geen vrijstelling meer bekomen.

  • Je vennootschap wordt als 'slapend' beschouwd wanneer zij geen burgerlijke of handelsactiviteiten stelt. Je kan een vrijstelling bekomen aan de hand van een attest (een zogenaamd attest 276C1), afgeleverd door de administratie van de directe belastingen. Daarin verklaart de administratie dat de vennootschap gedurende een bepaald kalenderjaar geen enkele activiteit heeft gehad. Zo'n attest kan maar afgeleverd worden na afloop van het betrokken jaar.
  • Een vrijstelling van vennootschapsbijdrage kan ook voor het jaar waarin je vennootschap 
    • failliet verklaard wordt;
    • het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijke reorganisatie;
    • of zich in een toestand van vereffening bevindt.

Dit voor zover de bijdrage nog niet betaald werd.

Wat is de vennootschapsbijdrage en wie moet ze betalen? 

Lees de startersgids