Arbeidsongeschikt als zelfstandige: waar heb ik recht op?

Iedereen kan ziek worden of een ongeval hebben. Voor een zelfstandige heeft dit een andere impact dan voor een loontrekkende. Gelukkig kan je op de nodige sociale bescherming rekenen. Hieronder geven we je een overzicht van wat je moet doen en waarop je recht hebt in geval van arbeidsongeschiktheid.

Wat is arbeidsongeschiktheid?

Als je ziek bent of een ongeval hebt gehad waardoor je jouw beroep niet kan uitoefenen, ben je arbeidsongeschikt. Het kan zowel over lichamelijke letsels gaan als over psychische letsels, zoals een burnout of een depressie.

Wie heeft recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering?

Als zelfstandige of als meewerkende echtgenoot kan je aanspraak maken op een ziekte-uitkering, die uitbetaald wordt door je ziekenfonds.

Opgelet

Zelfstandigen in hoofdberoep die verminderde bijdragen betalen in het kader van de zogenaamde ‘gelijkstelling met een bijberoep’, kunnen geen aanspraak maken op uitkeringen.

Om een uitkering te kunnen ontvangen, moet je ziekenfonds je arbeidsongeschiktheid erkennen. Daarnaast moet je ook ‘in regel zijn’ met je sociale bijdragen van bepaalde kwartalen.

Arbeidsongeschikt als zelfstandige

Erkenning van je arbeidsongeschiktheid

Om je arbeidsongeschiktheid te laten erkennen, moet je een aangifte indienen bij je ziekenfonds. Gebruik hiervoor steeds het standaardformulier ‘Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid’, dat je op de website van je ziekenfonds kan downloaden. Dit getuigschrift moet ingevuld worden door jou én door je behandelende arts.

Als zelfstandige heb je recht op een uitkering vanaf de eerste dag van je arbeidsongeschiktheid, op voorwaarde dat je minstens 8 dagen arbeidsongeschikt bent. Je arbeidsongeschiktheid begint te lopen vanaf de datum die je behandelend arts op het getuigschrift vermeldt. Laat het getuigschrift wel tijdig invullen door je arts, want je arbeidsongeschiktheid kan ten vroegste aanvangen 14 dagen voor je arts het getuigschrift invult (tenzij het gaat om een geval van overmacht).

Je moet het getuigschrift binnen de 7 dagen na de start van je arbeidsongeschiktheid ingevuld en ondertekend aan je ziekenfonds bezorgen. Een laattijdige aangifte kan ertoe leiden dat je een deel van je uitkering verliest. De datum van de aangifte wordt geverifieerd aan de hand van de poststempel, of de datum waarop je de aangifte hebt ingediend in het kantoor van je ziekenfonds. Deponeer je aangifte niet in de brievenbus van je ziekenfonds! Dit laat immers niet toe om de exacte datum van de aangifte vast te stellen.

Tip: als je de arbeidsongeschiktheid met terugwerkende kracht aanvraagt, is het misschien niet meer mogelijk om het getuigschrift binnen de zeven dagen aan je ziekenfonds te bezorgen. Wacht daarom niet te lang en bezorg het getuigschrift zo snel mogelijk aan je ziekenfonds!

Sociale bijdragen

Je ziekenfonds kan maar een uitkering toekennen als je sociale bijdragen van het tweede en derde kwartaal voorafgaand aan de start van je arbeidsongeschiktheid ‘in regel’ zijn. Dit betekent ofwel dat de betrokken bijdragen betaald zijn (inclusief eventuele verhogingen wegens laattijdige betaling), ofwel dat je de betrokken bijdragen niet verschuldigd bent en een ‘gelijkstelling’ geniet (bv. vrijstelling toegekend door het RSVZ, vrijstelling na bevalling, gelijkstelling in het kader van mantelzorg).

Wanneer de periode van arbeidsongeschiktheid begint in de tweede of derde maand van een kwartaal, dan moet ook de bijdrage van dat kwartaal in orde zijn.

Hoeveel bedraagt de arbeidsongeschiktheidsuitkering voor zelfstandigen?

Het bedrag van je uitkering bij arbeidsongeschiktheid hangt af van je gezinssituatie:

  • Met gezinslast: 76,42 euro per dag 
  • Alleenstaande: 60,56 euro per dag
  • Samenwonend: 46,45 euro per dag

Ook zaterdagen worden als een vergoedbare dag beschouwd. Per week kan je dus aanspraak maken op zes daguitkeringen.

Ziekte-uitkeringen na je 65ste

Kies je ervoor om na de wettelijke pensioenleeftijd verder te werken zonder je pensioen op te nemen, dan heb je recht op maximaal zes maanden uitkeringen. Hoewel vanaf 65 jaar de minimumbijdrage voor een zelfstandige in hoofdberoep vervalt, moet je toch minstens deze minimumbijdragen verschuldigd zijn en betaald hebben om aanspraak te maken op de ziekte-uitkeringen.

Gevolgen voor je onderneming

Als arbeidsongeschikte zelfstandige mag je in principe zelf niet meer beroepsactief zijn (uitzonderingen zijn mogelijk – zie onder). Dit betekent niet dat er geen activiteit meer mag plaatsvinden in je onderneming. De onderneming kan verder actief blijven. De activiteit kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden door personeel, door een of meer helpers (in een eenmanszaak), door je medevennoten (in een vennootschap) …

Tijdens je arbeidsongeschiktheid kan je onderneming dus omzet blijven genereren in jouw naam. Als je bedrijfsleider bent, kan je zelfs bezoldigingen blijven ontvangen zonder dat je uitkering in het gedrang komt.

Afhankelijk van de situatie zal je tijdens je arbeidsongeschiktheid al of niet sociale bijdragen moeten blijven betalen. 

Werken en je uitkering arbeidsongeschiktheid behouden, kan dat?

In principe mag je zelf niet werken als je arbeidsongeschikt bent. Mits voorafgaande toestemming van het ziekenfonds, kan hier echter van worden afgeweken. Contacteer hiervoor je ziekenfonds zodat je dit kan bespreken met de adviserend geneesheer. Op basis van je medische situatie kan de adviserend geneesheer toestemming geven om je uitkering te cumuleren met een beperkte beroepsactiviteit. Na 6 maanden cumulatie wordt het bedrag van je uitkering met 10% verminderd.  

Vanaf 2023 hoef je niet langer te wachten op de toestemming van het ziekenfonds om je beroepsactiviteit beperkt te hervatten. Je zal wel nog steeds je beperkte beroepsactiviteit moeten melden aan de adviserend geneesheer, dit ten laatste de werkdag voorafgaand aan je gedeeltelijke werkhervatting.

Let wel op: wanneer je werkt tijdens je arbeidsongeschiktheid, betaal je altijd sociale bijdragen. Je kan geen gelijkstelling wegens ziekte meer genieten – zie verder.

Moet je sociale bijdragen blijven betalen als je arbeidsongeschikt bent?

Er zijn geen sociale bijdragen meer verschuldigd indien je je zelfstandige beroepsactiviteit stopgezet hebt én deze ook niet verdergezet wordt door iemand anders in jouw naam.

Wat er onder ‘stopzetting’ verstaan wordt in deze context, verschilt naargelang de situatie:

  • Als je ondernemingshoofd bent van een eenmanszaak en de eenmanszaak niet meer actief is tijdens je arbeidsongeschiktheid, dan is het niet nodig om de eenmanszaak formeel stop te zetten (het ondernemingsnummer moet niet stopgezet worden). Het volstaat dat je kan aantonen dat er geen activiteit is in de onderneming, bv. aan de hand van btw-aangiftes waaruit blijkt dat er geen btw-verrichtingen waren.
  • Als je helper of meewerkende echtgenoot bent in een eenmanszaak, volstaat het om je activiteit als helper stop te zetten. De eenmanszaak kan verder actief blijven.
  • Als je in een vennootschap actief was, dan mag je je eventuele operationele activiteiten als ‘werkend vennoot’ niet meer uitoefenen. Ben je mandataris van een vennootschap, dan kan je ervoor kiezen om ontslag te nemen als mandataris. Een andere mogelijkheid is om mandataris te blijven en je mandaat ‘in rechte’ en ‘in feite’ onbezoldigd te maken. Voor meer informatie hierover contacteer je het best je Liantis-klantenadviseur. De vennootschap kan verder actief blijven.
  • Ben je de enige zaakvoerder/bestuurder van een eenpersoonsvennootschap, dan mag de vennootschap niet meer actief zijn. Je mag je mandaat behouden op voorwaarde dat het mandaat onbezoldigd is/wordt. Voor meer informatie hierover contacteer je het best je Liantis-klantenadviseur.

Gelijkstelling ziekte

In deze gevallen ben je dus geen sociale bijdragen meer verschuldigd. Je kan dan de zgn. ‘gelijkstelling wegens ziekte’ aanvragen via Liantis sociaal verzekeringsfonds, op voorwaarde dat je in regel bent met de bijdragebetaling van het kwartaal voorafgaand aan de gelijkstelling. Deze gelijkstelling zorgt ervoor dat je ook zonder de betaling van sociale bijdragen sociaal verzekerd blijft tijdens je arbeidsongeschiktheid. Je blijft dan verder pensioenrechten opbouwen, je blijft verzekerd voor de terugbetaling van medische kosten, ...

Als je je activiteit naar aanleiding van je arbeidsongeschiktheid stopzet in de eerste maand van het kwartaal, heb je onmiddellijk recht op de gelijkstelling. Als de stopzetting gelegen is in de tweede of de derde maand van het kwartaal heb je recht vanaf het volgende kwartaal. Als je na een periode van gelijkstelling je activiteit hervat in de loop de laatste maand van een kwartaal, ben je voor dat kwartaal geen sociale bijdrage verschuldigd.

Voorbeeld

De arbeidsongeschiktheid van Monique wordt erkend vanaf 15 april. Diezelfde dag zet ze haar beroepsactiviteiten volledig stop. Monique komt in aanmerking voor een gelijkstelling vanaf 1 april. Op 15 juni gaat ze opnieuw aan de slag. Ze heeft dus recht op één kwartaal gelijkstelling wegens ziekte.

Als je je activiteit niet stopzet en/of als je activiteit in jouw naam wordt verdergezet door iemand anders, dan blijf je sociale bijdragen verschuldigd. Er kan dan geen gelijkstelling wegens ziekte toegekend worden.

Werkhervatting na een periode van arbeidsongeschiktheid

Als je jouw beroepsactiviteit wilt hervatten op de eerste werkdag na de einddatum van je arbeidsongeschiktheid, moet je niets doen: het ziekenfonds zal al je uitkeringen automatisch stopzetten.

Hervat je het werk voor de einddatum van je arbeidsongeschiktheid of na een periode van invaliditeit, dan moet je jouw ziekenfonds tijdig een bewijs van arbeidshervatting bezorgen. Je kan dit document op de website van je ziekenfonds downloaden.